hulste.info
skylinehulste
De geschiedenis van het onderwijs in Hulste

Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'

Aflevering 7

Plots van twee naar drie scholen

Zoals overal in Vlaanderen kon men ook in Hulste de schoolwet van 1 juni 1879, in de volksmond de ongelukswet genoemd, niet slikken.
Enkele dagen vóór de aanvang van het nieuwe schooljaar 1879-1880 gaven zowel de directeur van de jongensschool in de Kasteelstraat als de directrice van de meisjesschool in ‘t Blauwhuis hun ontslag in het gemeentelijk onderwijs. Beiden stapten over naar de inderhaast opgerichte niet gesubsidieerde vrije scholen. Alle meisjes en bijna alle jongens volgden hun voorbeeld.
Het grootste probleem was er voor de nieuwe vrije jongensschool met directeur meester Viaene en het gros van de leerlingen die letterlijk op straat stonden. Zij konden niet meer binnen in de gemeentelijke jongensschool, waar Cesar Horrez, die met één klap van hulponderwijzer tot directeur gepromoveerd werd en met slechts een handjevol leerlingen overbleef. Maar kon meester Viaene met zijn leerlingen niet terecht in de oude school van pastoor Van Opstal in de huidige Vlietestraat waar vroeger de KBC was? Neen, de oude school werd door de toenmailige minister van onderwijs Pierre Van Humbeeck met één pennetrek in beslag genomen. Van schooloorlog gesproken.
In Hulste was er een nieuwe Van Opstal nodig om opnieuw van het nulpunt te vertrekken. Er was er een ter plekke: pastoor Johannes Baptiste Lelieur. Sedert juli 1864 reeds, was hij pastoor in Hulste en was alom geprezen om zijn liefdadigheid. Bij zijn overlijden was er nog juist genoeg om zijn begrafenis te betalen. Zijn linkerhand had nooit geweten wat zij rechterhand deed.
In september 1879, dus goed twee maanden na het slechte nieuws van de confiscatie van de eigen gebouwen, kocht hij in dezelfde straat, maar dichter bij de kerk, een gebouw en erf van 4 aren en 10 centiaren van Bruno Tanghe en huisvrouw Julia Feys,. Dit gebouw werd na de nodige aanpassingen de Katholieke School. Hier kon meester Viaene met zijn leerlingen terecht. Later werd dit ondertussen ter ziele gegane gebouw de patronage en nog later d’Arke.


Johannes Baptiste Lelieur (Polllinkhove °1 januari 1806 - † 15 januari 1900)
Hij was pastoor van Hulste van 1864 tot 1900


       foto Jacques Duvillier
Achteraan dit huis waar tot de afbraak Tony Guillemyn woonde stond de school van pastoor Lelieur.


Zicht op de Vlietestraat met links op de voorgrond de onderpastorij, daarachter de school van pastor Lelieur met het torentje dat oorspronkelijk op het eerste schoolgebouw stond.




2015: d'Arke tegen de vlakte. Nu staan er drie woonhuizen.


Wetende wat er door confiscatie met een ‘Stichting’ kon gebeuren kocht pastoor Lelieur deze eigendom op naam van de onderpastoor Karel Verburg (1863-1886). Kort daarop kwam een onvoorziene hindernis. Door de vroege dood van onderpastoor Verburgh op 13 november 1886 gingen grond en gebouw op diens erfgenamen over. Maar op vraag van de pastoor verkochten zij weer heel de eigendom aan Ferdinand De Boutte, de toen 48-jarige ongehuwde zoon van Jan en Agatha Honoré, meester-smid te Hulste. Al de kosten die deze onvoorziene verkoping meebrachten werden weer eens door pastoor Lelieur betaald. De schrik voor confiscatie zat er diep in.
Maar ook smid Ferdinand De Boutte was niet onsterfelijk. Rond het feest van zijn patroon Sint-Elooi werd de man zwaar ziek. Hij stierf op 14 januari 1909. Precies tien dagen voor zijn dood had hij de ‘Katholieke School’ nog kunnen verkopen aan een andere Hulstenaar, de priester Georges Delaere, leraar aan de normaalschool te Torhout en broer van deken Delaere van Ieper.
Maar meester Viaene was ook zijn woonst kwijt. Het schoolhuis in de Kasteelstraat was nu voor Cesar Horrez. Gelukkig had de kerkfabriek het jaar voordien een huis gekocht op de erve waar nu de onderpastorij staat (Vlietestraat 163), dus vlak naast de nieuwe Vrije School. Dit huis werd de woning van meester Viaene.
En misschien dit nog. In 1909 liet pastoor Henri De jonckheere (1907-1922) het oud ‘torreke’ van de spellewerkschool (vroeger KBC) verplaatsen op de ‘veust’ van de Katholieke school die sedert 1900 diende als vergaderzaal voor de jongelingencongregatie de ‘Franciskanen’ of en van het genootschap van de H. Vincentius, in 1855 door onderpastoor de Beerteghem gesticht, in de volksmond 'de patronage' en later d'Arke.
Op de oude postkaart hierbooven is duidelijk dat ‘torreke’ te zien waarin, zo schrijft pastoor De jonckheere, een klokje hing met zilveren tonen. Over de prijs van 150 frank die hij had moeten betalen voor het verplaatsen van het ‘torreke’ was de pastoor minder verheugd.
Heel de schoolstrijd had aan de katholieke liefdadigheid het uiterste gevraagd. Naast het oprichten van gebouwen waren er nog de onderhoudskosten, aankoop van meubilair, boeken, schoolgerief en vooral het uitkeren van de wedden. Een grote weldoenster voor Hulste was mevrouw Casiers uit Houthulst, de vroegere parochie van pastoor Lelieur, waar hij deze weldoenster had leren kennen. Hier terloops gezegd, zinspelend op de naamverwantschap tussen Hulste en Houthulst, had E.H. Lelieur bij zijn benoeming tot pastoor van Hulste gezegd: “De bisschop heeft mijn hout afgepakt”.

Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'


[LD - SH]



De weg terug van onze twee basisscholen: een vergeten verhaal

Het ligt niet in onze bedoeling de lezer van deze site terug op de schoolbank te zetten, met vooraan het groene of het zwarte schoolbord. We willen veeleer op verrassingsreis. Want hoe en wanneer onze beide lagere scholen er kwamen is voor de meesten - anno 2024 - een compleet onbekend verhaal, historie van meer dan 200 jaar.
Reeds vóór de Franse Revolutie (1789) was er in Hulste een schoolmeester, maar hoegenaamd nog geen schoolplicht. Gaandeweg begon men meer en meer het belang van het onderwijs in te zien.
Voor de grote ‘doorbraak’ was het wachten op de 20ste eeuw, meer precies op de wet van 1914, die de leerplicht van alle kinderen tussen 6 en 14 jaar invoerde. Maar door de oorlog kwam de wet pas in 1919 in voege.